Brabo en de Zeven Schaken

In 1414 was er voor het eerst sprake van een Breboen (Brabo) en Drunoen (van truwant of rover) Antigoon. Een zekere Hennen van Merchtenen bracht een erg verward verhaal. De opvallendste elementen eruit waren het tweegevecht tussen Breboen, een ridder in dienst van Julius Ceasar, en Drunoen, die tol eiste op de Schelde. Er werd niet expliciet gezegd dat Drunoen een reus was. Opvallend was ook dat Breboen niet de hand van Drunoen afhakte, maar zijn hoofd.

In 1471, in de kroniek van Willem van Berchem, kanunnik te Nijmegem, werd voor het eerst gewag gemaakt van een versie waarbij Hantwerpia, dit is een samenvoeging van de woorden 'hand’ en 'werpen’ (Antwerpen), een rol speelde. Volgens deze tekst hakte Brabo Silvius de reus Antigoon de hand af.

Rond 1512 bracht Jean Lemaire des Belges een versie waarin het Zwaanverhaal verweven werd met de ouder legenden. Volgens Jean Lemaire was Silvius Brabo een vriend van Julius Ceasar. Brabo nam deel aan de verovering van Gallië. In Kleef ontmoette hij Ceasar, die er uitrustte na de zware veldslagen. Brabo verveelde zich en ging op jacht. Op een rivier zag hij een zwaan die een bootje voortsleepte. Hij sprong erop en kwam uit aan het kasteel waar Swane, de zuster van Ceasar en weduwe van de koning van Tongeren, opgesloten zat. Hij huwde haar en kreeg van Ceasar als huwelijksgeschenk het land tussen de Oostzee en het land van de Nerviërs. Zo werd Brabo de eerste hertog van de streek die men naar hem Brabant noemde.

Aan de oevers van de Schelde leefden in die tijd de oude Belgen van visvangst en handel. Tot de reus Druwoen Antigoon er zich vestigde. Hij bouwde een kasteel en hief tol op alle goederen die langs de Schelde werden vervoerd. Eerst waren zijn eisen billijk, maar later wilde hij de helft van elke scheepslading. Wie niet toestemde werd meteen de hand afgehakt. En dat overkwam ook enkele mannen van Brabo.

Brabo ging de reus opzoeken en ontmoette op zijn tocht zeven trouwlustige jongelingen die de reus wilden verslaan. Daarna zouden ze kunnen trouwen. Aan boord van hun schip vervoerden ze dierenhuiden. Terwijl de reus de vachten aan het tellen was, haalden de jongelingen hun kruisbogen te voorschijn. Aleyns, Bode en Hoboken mikten op de hals. De reus reageerde woedend, maar Volkaert en Paepe schoten ieder een pijl recht in de ogen van de reus. Willmaers en Impegem troffen daarop de halsslagader. Het bloed spoot rond. Brabo hakte de hand af en wierp ze in de Schelde.

Antwerpen was verlost van zijn tiran en de naam zou voor eeuwig herinneren aan Brabo’s handworp. De zeven dappere jongelingen werden de stamvaders van de belangrijkste families in Antwerpen, en bekleedden er de hoogste stedelijke functies. Ze zijn nu bekend als de Zeven Schaken, omdat in hun familiewapen een schaakbord afgebeeld staat.

En Brabo? Hij ging samen met Julius Ceasar terug naar Rome. De beide vrienden waren beter in Antwerpen gebleven, want eenmaal in Rome aangekomen werden ze door Brutus en de andere samenzweerders vermoord.

it dit alles blijkt dat de Antwerpse sage werd opgebouwd met elementen uit de mythologie en de geschiedenis, aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Wellicht herinnert de figuur van Antigoon aan één of andere machtige heer die zich nabij de Schelde ophield, er tol hief en zich door zijn handelingen zo gehaat maakte, dat hij in de volksverbeelding als een woeste, ongenadige reus is blijven voortleven.

Deze historische informatie werd ons bezorgd door Jos Wauters